Ja, het is mogelijk om wijzigingen door te voeren nadat de vergunning is afgegeven. De wijzigingen in het klinische protocol moeten altijd ingediend worden bij de CCMO Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek)Meer informatie.

Of de wijzigingen ook ingediend moeten worden bij het ministerie van IenW is afhankelijk van de vraag of het klinische protocol al dan niet onderdeel is van de IenW vergunningaanvraag. Als het klinische protocol deel uitmaakt van de IenWvergunningaanvraag, dan moeten veranderingen ook ingediend worden bij het ministerie van IenW. Als het klinische protocol geen deel uitmaakt van de IenW vergunningaanvraag zijn er drie procedures die gevolgd kunnen worden bij een wijziging in het klinische protocol.

1. Er zijn geen gevolgen voor de uitgevoerde milieurisicobeoordeling: veranderingen in het klinische protocol mogen worden doorgevoerd zonder dat dit bij het ministerie van IenW gemeld hoeft te worden. Echter, indien de veranderingen specifiek genoemd worden als zijnde een melding volgens Artikel 35 van de Regeling GGO Genetisch Gemodificeerd Organisme (Genetisch Gemodificeerd Organisme) 2013, dan dient de meldingsprocedure van IenW gevolgd te worden. 
2. Er zijn geen significante gevolgen voor de uitgevoerde milieurisicobeoordeling: veranderingen in het klinische protocol moeten ook ingediend worden bij het ministerie van IenW
3. Er zijn wel significante gevolgen voor de uitgevoerde milieurisicobeoordeling: veranderingen in het klinische protocol moeten ook ingediend worden bij het ministerie van IenW

Als het ggo door de EMA European Medicines Agency (European Medicines Agency) en Europese Commissie is goedgekeurd voor markttoelating, dan is een vergunning voor het in de markttoelating specifiek omschreven gebruik niet meer nodig. Echter, als  in de klinische studie een ander type gebruik wordt onderzocht (bijvoorbeeld andere indicatie, andere dosis, ander patiëntengroep etc.) dan in de markttoelating is vastgelegd, dan is er alsnog een vergunning nodig voor de voorgenomen activiteiten.

Een sponsor kan geen aanvraag indienen voor deel A van het aanvraagformulier. Als aanvrager van een IenWvergunning kan uitsluitend de rechtspersoon optreden die eindverantwoordelijkheid draagt voor de te verrichten werkzaamheden. De aanvrager is in de meeste gevallen de Raad van Bestuur (directie) van het ziekenhuis (de instelling) waar de studie zal worden uitgevoerd. De rechtspersoon (juridisch verantwoordelijke) is dus een instelling of bedrijf en geen persoon. Degene die deel A van het aanvraagformulier ondertekent, is hiervoor bevoegd namens de rechtspersoon. 
Deel B van het aanvraagformulier wordt beoordeeld door de CCMO Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek) en kan door de sponsor of anderen worden ondertekend en ingediend, mits gemachtigd door de sponsor.

Ja, het is mogelijk om de beoordeling van deel A van het aanvraagformulier al te starten voordat de volledige klinische studie aanvraag wordt voorgelegd aan de CCMO Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek) en VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De beoordeling van deel A en deel B van het aanvraagformulier zijn gescheiden procedures. Anderzijds kan ook de CCMO aanvraag (deel B) al worden ingediend voordat deel A van het aanvraagformulier is ingediend. Alvorens te starten met de werkzaamheden dienen alle procedures volledig te zijn afgerond en goedgekeurd. Meer informatie.